Amazing Ireland
(Dutch version)
Dit keer een blog van een aantal jaar geleden over onze vakantie in de Republiek Ierland. In het voorjaar van 2018 hebben wij twee weken rondgereisd door dit prachtige land. Een reis die destijds op ons indruk heeft gemaakt. Met dit op een na laatste bezoek van onze eerste ronde als expat in Engeland waren we echt in alle uithoeken van het land geweest. Ierland is overigens niet te vergelijken met Engeland. De steden, het cultuur en het landschap zijn anders en lijken eigenlijk nog het meest op het ruige Schotse landschap. Het is eigenlijk best gek als je bedenkt dat de Britten bijna negenhonderd jaar hun stempel op het land hebben gedrukt. Gedurende de Britse overheersing werd het Engels de voertaal in de Republiek Ierland. Door de invoering van deze voertaal spreken niet veel mensen meer de Ierse taal Gaeilge (die overigens meer dan 3000 jaar oud is). Het schiereiland Dingle is een van de weinige plaatsen, samen met South Kerry waar het Gaeilge nog volledig wordt gesproken. Omdat veel Ieren het Gaelige amper doen spreken is er door de overheid een aantal jaar geleden besloten om tweetalig onderwijs in te voeren. Op de scholen wordt zowel Engels als Gaeilge onderwezen zodat iedere Ier in de gelegenheid is om de eigen taal op een correcte manier te leren en door te geven aan de volgende generatie. Hieronder volgt een verkorte versie van de bezienswaardigheden die wij tijdens onze reis naar amazing Ierland zijn tegengekomen.
De eerste dag van onze reis naar Ierland zijn we in Fishguard (Wales) aan boord van de boot gegaan. Vanaf onze woonplaats was het een reis van bijna vier uur naar de boot toe. Daarom was het heel fijn dat we de auto konden parkeren en even onze rust op de boot konden pakken. De reis op de boot duurde ook nog 3,5 uur en was goed te doen, ook voor onze zoon die destijds vier jaar was. Het gedeelte van de boot waar wij zaten, had een entertainment area voor jonge kinderen. Er werden filmpjes vertoont en er was een animatie team dat met de kinderen deed knutselen. Onze jongste hebben we gedurende de bootreis amper nog gezien. Aangekomen in Wexford zijn we gelijk naar onze Bed and Breakfast doorgereden. Deze lag een minuut of tien van de boot. We hebben bewust de reis in twee stukken gebroken want het was van Wexford naar Kenmare (waar we de eerste week van onze vakantie zouden doorbrengen) nog bijna 4 uur rijden. De Bed and Breakfast werd gerund door een super leuk echtpaar. Het was mooi ingericht en ontzettend schoon. Het is altijd fijn om na een lange reis op een schone en georganiseerde plek aan te komen. De volgende dag was het paas-ochtend en had de eigenaresse van de Bed and Breakfast bij het ontbijt voor beide kinderen een groot chocolade paasei neergezet. Echt super lief en de kinderen waren ontzettend blij. Op zondag aan het einde van de ochtend hebben we koers gezet naar Kenmare in de County Kerry. Vanaf Wexford was was het nog een behoorlijke rit naar Kenmare toe. Aangekomen in Kenmare hebben we de sleutels voor ons vakantiehuis opgehaald. Het vakantiehuis dat we in Kenmare hadden bleek de een eengezinswoning te zijn. Er woonden ook mensen permanent in een aantal van deze vakantiewoningen. We hebben tijdens ons verblijf in Ierland ontdekt dat veel huizen in Ierland nog warm gestookt worden met olie. In de achtertuin van onze vakantiewoning stond, weliswaar keurig weggewerkt, een groot olievat dat een keer per week werd bijgevuld. Dit komt overigens nog wel bovenop de kosten voor de huur van een vakantiehuis in Ierland. Het is niet een groot bedrag, iets van een tientje per dag en wij waren er in april, dus best een koude periode van het jaar. Dat is wel iets om rekening mee te houden als je een vakantie wilt boeken naar Ierland in het naseizoen. Overigens is dit niet bij alle accommodaties het geval. De twee andere accommodaties waar we na deze accommodatie verbleven hadden dit dus weer niet. Misschien zit het verschil wel in het feit dat dit appartementen waren en onze eerste accommodatie een huis? Kenmare is een prachtig toeristisch dorpje dat aan de bekende “Wild Atlantic Way” ligt. Daarnaast ligt het vlakbij Killarney National Park, The Bonare Heritage Park en is het een uitvalsweg voor “The Ring of Kerry”.
De tweede dag in Kenmare zijn we naar Killarney National Park gereden. Het was vanaf Kenmare een adembenemende route om te rijden. Alleen regende het deze dag ontzettend en was er veel waterdamp, waardoor er van de prachtige vergezichten langs de route weinig te zien viel. Ons plan was om te gaan wandelen bij de Torc Waterfall, alleen dan moest het wel droog blijven. Eenmaal aangekomen bij de waterval brak de zon door en hebben we een prachtige wandeling door Killarney National Park kunnen maken die langs de Torc Waterfall ging. In de informatiefolders van de plaatselijke VVV werd vermeld dat de waterval op zijn mooist is na een regenbui. Daar was zeker waar! Voor wandelliefhebbers zijn er in Killarney National Park vele mooie routes die gelopen kunnen worden. Op onze weg terug naar Kenmare, die over dezelfde weg terug ging, hebben we genoten van de vergezichten. Doordat de lucht nu helder was en de zon scheen konden we ontzettend ver kijken. Een aantal malen zijn we dan ook gestopt om foto’s te nemen en te genieten van de vergezichten.
De regio Kerry staat bekend om zijn routes over de schiereilanden (peninsulas genaamd) twee hele beroemde routes zijn The Ring of Kerry en de Wild Atlantic Way. Kenmare is een goed uitgangspunt om beide routes te rijden. De eerste route die we gereden hebben was een deel van The Wild Atlantic in de richting van Mizenhead. Langs deze route, even buiten Kenmare, ligt Bonane Heritage Park. Dit is een archeologisch park met goed bewaarde vondsten uit de Steen, Brons en IJzertijd. In dit park is onder andere de meest belangrijke steencirkel uit Ierland te vinden. Daarnaast zijn er nog allerlei archeologisch interessante zaken te zien als een de overblijfselen van een ringford. Dit ringford is 1500 jaar oud en diende als een soort van “eiland”/ford rond de huizen voor de mensen die in deze tijd leefden. Het ringford is omringd door een diepe gracht die rondom het eiland loopt, vandaar ook de naam ringford. In het Bonane Heritage park kun je een twee kilometer lange wandeling maken langs allerlei archeologische vondsten. Het park dat op een heuvel ligt, biedt prachtige uitzichten over de omgeving. Na ons bezoek aan dit park zijn we doorgereden over een bergpad richting Bantry. Dit is een heel leuk dorpje aan de kust. In Bantry heb je Bantry House and gardens. Iets wat een bezoek waard schijnt te zijn. Wij hebben alleen geen bezoek gebracht aan het dorp noch het huis omdat het al best laat was en iets anders op het programma hadden staan. Voordat wij via Bonane Heritage Park in Bantry kwamen stuurde ons navigatiesysteem ons over een bergpas tussen Kenmare en Bantry. Het was een buitengewoon prachtige route om te rijden met adembenemende panorama’s. Het enige nadeel was dat de weggetjes op een bergpas vaak enorm smal zijn. Dat was dus ook het geval op deze bergpas en een toer over deze bergpas met de auto maken was behoorlijk spannend. Het weggetje waar we op reden was ontzettend smal en direct ernaast was gelijk de ravijn. Niet aan te raden voor mensen met hoogtevrees of mensen die net hun rijbewijs hebben. Wij hadden het geluk dat we geen tegenliggers tegen zijn gekomen, want het weggetje was echt te smal voor twee auto’s om elkaar te passeren. In Bantry aangekomen zijn we door het pittoreske dorpje gereden en weer op The Wild Atlantic Way beland. Via deze prachtige weg zijn we naar Minzenhead gereden waar we genoten hebben van verlaten stranden en afgelegen dorpjes.
Tijdens onze vakantie hadden we gehoord dat de Dingle peninsula echt de moeite waard is om te bezoeken. Aangezien deze ook een onderdeel van The Wild Atlantic Way is, hebben we Dingle meegenomen in onze vakantieplannen. De route naar Dingle toe is buitengewoon prachtig! Alle panorama’s langs de Atlantische Oceaan zijn indrukwekkend om te zien, zelfs op een regenachtige grijze dag. De dag dat wij richting Dingle gingen was het namelijk regenachtig, maar dat deed geen afbreuk aan de prachtige route ernaar toe. In Dingle aangekomen hebben we vanwege het weer besloten een bezoek te brengen aan het aquarium. Dat was tenminste overdekt en het is altijd leuk met kinderen om te doen. In het geval van mijn kinderen prikkelt dit toch altijd weer de fantasie. Ze hebben enorm plezier gehad om de otters die gekke dingen deden, ze hebben Nemo en Dory gezien in een van de aquariums en er was een gelegenheid om roggen te aaien. Omdat de rest van de dag het weer niet echt meer deed opklaren zijn we na het aquarium weer terug richting Kenmare gereden.
De volgende dag was het weer wederom’ ‘halen en brengen’ wat het weer betrof. Iets wat je zeker in het vroege voorjaar wel kunt verwachten in Ierland. Zelfs in de zomer heb je hier geen garantie voor goed weer. Gelukkig zijn we goed voorbereid met goede regenkleding op reis gegaan, dus het moest een goeie hoosbui zijn die ons tegen zou houden. Omdat we geen zin hadden om een lange trip te maken zijn we naar Killarney geweest. Killarney is een middelgrote stad met een groot national park er om heen. Omdat wij met een vierjarige waren die graag ook ruimte en vrijheid wilde, is een stad bezoeken niet echt een succes. We hebben een korte wandeling gemaakt door de stad om daarna weer richting Killarney National Park te vertrekken. Hier stond Ross Castle. Dit is een 15e eeuws kasteel dat werd gebouwd bij de toen regerende clan O’Donoghue Ross. Het kasteel is daarna nog vele malen van eigenaar gewisseld. In 1652 werd het kasteel aangevallen door de Engelse generaal Ludlow die een leger deed leiden voor Oliver Cromwell. Ross Castle was een van de laatste kastelen in Ierland die uiteindelijk door de Engelsen werd ingenomen. In de jaren die volgden werd er verscheidene malen van alles aan het kasteel gebouwd en werd het tot 1800 in gebruik genomen als garnizoen post voor het Engelse leger. Na een restauratie werd Ross Castle in 1900 voor het publiek geopend. Ross Castle ligt overigens aan een prachtig meer en is een goed vertrekpunt voor een aantal makkelijke wandelingen. Een van deze wandelingen leidt naar een Muckross house and gardens. Muckross house wordt ook wel de parel van Killarney genoemd. Het heeft 26.000 are aan bergen, bos en meren. Daarnaast heeft het vele prachtige wandelpaden. Nadat de Desmond opstand in de 16e eeuw had gefaald werd Killarney valley eigendom van twee Engelse mannen genaamd Kenmare en Herbert. De laatst genoemde persoon bouwde Muckross House een Victoriaans landhuis dat de blikvanger van het park is. Na een turbulente tijd heeft de toenmalige eigenaar Arthur Vincent het huis in 1932 cadeau gedaan aan de Ierse staat. Sinds die tijd is ook het huis toegankelijk voor publiek. Bij Muckross house horen ook een aantal boerderijen die nog in authentieke staat zijn. In deze boerderijen kun je zien hoe de mensen in die tijd deden leven, zonder alle luxe uit onze tijd zoals stromend water en elektriciteit. Kortom Killarney National Park heeft voor ieder wat wils.
Voor het hoogtepunt van man- en dochterlief hun vakantie zijn we via de adembenemende Ring Of Kerry naar Portmagee gereden. Hier hebben we op Valentina Island The Skellig Experience Visitor Centre bezocht. Dit was een tentoonstelling over het eiland Skellig. Een naam die waarschijnlijk bij StarWars fans een bel doet rinkelen. Deze eilanden (eigenlijk zijn het eigenlijk rotsen) van Skellig staan op de wereld erfgoed lijst (UNESCO). Op de rotsen woonden eeuwenlang monniken onder zeer primitieve en zware omstandigheden. Deze monniken hebben op deze rots, onder zeer gevaarlijke omstandigheden een klooster weten te bouwen met bijna geen gereedschap en vaak alleen hun handen. Bij de monniken leefde de overtuiging dat de rots de weg naar god was. Zij trokken zich hier terug om te mediteren en dichterbij god te zijn. Skellig is overigens een aantal keren aangevallen door Noormannen. Dit heeft voor veel ellende gezorgd. Tijdens een van deze aanvallen hebben de Noormannen de schepen van de monniken vernietigd. Hierdoor was het onmogelijk voor de monniken om van het eiland af te komen en te gaan vissen op de zee om aan eten te komen. Uiteindelijk zijn deze achterblijvers een hongerdood gestorven. Toch heeft het klooster een lange tijd een continue bezetting gekend. Uiteindelijk werd rond 1200 een verhuizing naar het vaste land door klimaatverandering onvermijdelijk. Skellig ligt 11 kilometer uit de kust van Valentina Island en is alleen in het zomer seizoen bereikbaar. Het is eigenlijk een eilanden groep dat uit drie eilanden bestaat. Op een van deze eilanden is ook een kolonie van zeemeeuwen en puffins te vinden. Toch is Skellig niet alleen bekend van door het klooster, de monniken en de puffins zoals wellicht te lezen was aan het begin van dit stuk tekst. Het is ook bekend vanwege opnames voor de film Star Wars, The Last Jedi. In deze film was Skellig de woonplaats van Luke Skywalker. Met deze film heeft Skellig nog meer beroemdheid geworven. Aangezien we zo dichtbij het eiland waren hebben we uiteraard een boottoer over de Atlantische oceaan gedaan naar dit eiland. We hebben ontzettend geluk gehad met het weer die dag. De dagen ervoor had de organisatie de boottochten moeten cancelen in verband met slecht weer en een te ruige zee. We waren de eerste die voor het nieuwe seizoen deden uitvaren naar Skelig. Helaas konden we nog niet op het eiland, omdat het nog voorseizoen was, maar we zijn er heel vlak langs gevaren. Iets wat overigens niet minder indrukwekkend was kan ik vertellen. Het grootste eiland is overigens niet voor iedereen toegankelijk. Kinderen mogen pas vanaf 11 jaar op het eiland en mensen die slecht ter been zijn kunnen hier beter ook niet aan beginnen. Het is enorm stijl en is niet ongevaarlijk met zijn smalle gladde trappen langs de afgrond. Toch hebben we een indrukwekkende en zonnige middag op de boot op een overigens zeer wilde zee doorgebracht. Wij hebben er enorm van genoten, maar voor degene onder ons met zeeziekte was deze boottocht op een wilde zee geen aanrader. Toch denk ik ik dat de echte Star Wars fans onder ons zich niet tegen laten houden door zeeziekte.
Op een regenachtige zondag hebben we Kenmare na een week achtergelaten en zijn we richting ons nieuwe verblijf in Galway gereden. Tijdens de drie uur durende rit hebben we een stop gemaakt bij de Cliffs of Moher. Deze kliffen behoren tot de hoogste klif kusten in Europa en bestaan uit kalksteen. Het hoogste punt van de kliffen ligt op 214 meter. In 1835 werden de kliffen al flink bezocht door toeristen en heeft Cornelius O’Brien een stenen uitkijktoren laten bouwen voor het publiek. Vanaf deze toren heb je bij helder weer uitzicht over de Araneilanden, de Baai van Galway en de Twelve Bens. De kliffen zijn een van de grootste toeristische trekpleisters in Ierland en buitengewoon imposant om te zien. Helaas hadden wij nogal mistig weer, dus het uitzicht was niet heel optimaal. Toch hebben we ondanks het weer enorm genoten van dit prachtige natuurverschijnsel. Vanuit de Cliffs of Moher zijn we verder gereden naar Galway. Eenmaal aangekomen in Galway begon de zon te schijnen. We hadden een appartement met zeezicht en vanuit dit appartement konden we ’s avonds een prachtige zonsondergang bewonderen.
De volgende dag hebben we doorgebracht in de stad Galway. Voordat we naar de stad gingen heeft onze jongste heerlijk in de zon in een speeltuintje gespeeld. Na een dag autorijden was het voor hem wel even klaar met al dat gereis. Vlakbij het speeltuintje stond een hop on,hop off treintje. Met dit treintje zijn we naar het centrum van de stad gereden omdat dit net even te ver lag om te gaan lopen. Galway is een universiteitsstad en de stad dankt zijn naam aan de rivier de Corrib die door de stad stroomt. Rond 1124 werd een ford gebouwd aan deze rivier de Corrib door de toenmalige koning Connacht. In het begin van de dertiende eeuw werd het ford veroverd door Richard Mor de Burgh. Bijna honderd jaar zouden zijn nazaten over Galway regeren en na de val van deze familie streefde de stad naar zelfstandigheid. Dit kreeg Galway dan ook in 1396 van de Engelse staat om uiteindelijk in 1484 volledige stadsrechten te krijgen. De periode die hierop volgende was een periode van grote bloei voor de stad. Galway had handelsbetrekkingen met zowel Frankrijk als Spanje. Uiteindelijk kwam de stad in de achttiende en negentiende eeuw in een neerwaartse spiraal terecht. Dit werd ook nog eens versterkt door dat het plattelandsgebied in Galway het zwaarst werd getroffen tijdens de grote hongersnood in de negentiende eeuw. Uiteindelijk is Galway pas in de twintigste eeuw weer tot bloei gekomen en wonen er naast veel jonge mensen ook veel Amerikanen en Canadezen. Galway wordt zowel door de Ieren als toeristen gebruikt als uitvalsbasis omdat er buiten de stad maar weinig accommodaties zijn. De stad heeft een aantal bezienswaardigheden zoals de Spanish Arch (een overblijfsel van de middeleeuwse ommuring), Galway Cathedral, City museum en de wijk Salthill aan de baai van Galway.
Zoals hier boven al genoemd werd is Galway een uitgangspunt voor uitstapjes in de omgeving. Een van de uitstapjes die wij hebben gemaakt is naar een openlucht museum genaamd Craggaunowen. Dit ligt een uur rijden buiten Galway vandaan. De tour start bij een kasteeltje genaamd Craggaunowen dat werd gebouwd door Jonh MacSioda rond 1550. Het kasteeltje is een typisch voorbeeld van een gefortificeerd toren huis. Nadat de oude Keltische orde in de 17e eeuw was uiteen was gevallen, werd het huis verlaten en uiteindelijk onbewoonbaar. Het kasteeltje werd gerestaureerd in de 19 eeuw en in 1965 opengesteld voor publiek. Een stukje verderop ligt de reconstructie van een kunst eiland met woningen genaamd The Crannog. Dit was een vorm van bouwen dat in Ierland werd gebruikt gedurende de IJzertijd. Uiteindelijk zijn sommige van deze nederzettingen bewoond gebleven tot de eind zeventiende eeuw. Deze kunstmatige eilanden werden gebouwd op moerasgronden en boden de bewoners en dieren een relatieve veiligheid. De eilanden hadden een basis van steen en houten palen (net als de huizen in Nederland). Hier bovenop kwam een platvorm te liggen waarop de huizen werden gebouwd. De eilanden konden worden bereikt via een kano of een brug. Buiten deze Crannogs hielden de bewoners hun vee en landbouw. Omdat Ierland een vochtig klimaat heeft en de paden niet altijd begaanbaar waren werden er houten wegen aangelegd. Deze wegen dienden hoofdzakelijk voor transport tussen de nederzettingen. Naast wegen hadden mensen in deze tijd ook een “outdoor” keuken de Fullnacht Fiadh genoemd. Deze keukens zijn vanaf de ijzertijd tot de vroege middeleeuwen gebruikt. Het systeem werkt als volgt, men maakt een vuurtje waar men stenen in legt. Voor dat vuurtje is een kuil gegraven waar water in zit. Als de steen heet genoeg zijn worden ze toegevoegd aan het water en werden er vlees en gewassen in gekookt. Eigenlijk was dit een voorloper van het stoofpotje. Deze keuken werd overigens vooral gebruikt tijdens de jacht. Naast de Crannog was er nog een ander type dorp in gebruik tussen 500 en 1200 na Christus, dit werd het ringfort genoemd. Deze Ringforts waren boerderijtjes die in een cirkel stonden met een hoge houten muur in de vorm van een cirkel. Onder deze ringforts waren kelders van steen gebouwd. Deze kelders werden door de bewoners van de ringforts hoofdzakelijk gebruikt voor opslag van goederen en hadden een constante temperatuur van 4 graden Celsius. In enkele gevallen werden de kelders ook gebruikt als een soort veiligheidskamer of als een route om te ontsnappen aan eventuele vijanden. In zo een ringfort werd in het midden van de ring gekookt, of deed men ambachten uitvoeren zoals weven of potten bakken. Tot slot was er in het openlucht museum een replica van een schip uit 500 na Chr. Er doet in Ierland een verhaal de ronde dat St Brendan (een navigator) de eerste man was die het “beloofde land” ontdekte aan de andere kant van de Atlantische oceaan ofwel America. In 1976 hebben een groep mannen dit schip nagebouwd en zijn de reis gaan maken die St Brendan honderden jaren eerder deed maken. Gedurende de reis zijn de mannen op veel tegenslagen gestuit in hun van leer en hout gemaakte boot. Toch is het ze uiteindelijk gelukt om onder zeer primitieve omstandigheden naar America te varen. De boot kun je tegenwoordig in museum Craggaunowen vinden. Wij hebben ontzettend genoten van dit openlucht museum. De vrijwilligers die werkzaam zijn in dit museum waren erg aardig, enthousiast en wisten ontzettend veel te vertellen over het wel en wee van de mensen in die tijd, wat voor onder andere geschiedenisliefhebbers altijd weer ontzettend leuk is.
Na ons driedaagse verblijf in Galway zijn we vertrokken richting Dublin. We hadden een prachtig appartement in een van de buitenwijken van Dublin. Dit appartement lag vlakbij de tram waar we met 20 minuten in hartje Dublin zaten. Omdat er in Dublin, zoals in iedere grote stad, veel te zien en te doen is hebben we een kaartje voor de hop on hop off bus gekocht. Vanaf O’ Connel street zijn we richting het Trinity College gereden. Dit is een beroemde universiteit waar men The Book of Kells kan bewonderen. Oscar Wilde is overigens een beroemde student afkomstig van deze universiteit. We zijn verder niet uitgestapt bij het Trinity College, maar het schijnt zeker een bezoekje waard te zijn. Vanaf het Trinity College zijn we doorgereden naar Merrion Square. Dit is een park waar je kunt wandelen, de kinderen kunt laten spelen en er staat een beroemd standbeeld van Oscar Wilde. Hierna zette de bus koers naar het Merrion Hotel waar beroemde gasten als prinses Grace van Monaco en John F kennedy hebben gelogeerd. Aangekomen bij Christchurch Cathedral zijn we uitgestapt om te gaan lunchen. Vanaf daar was het een klein stukje naar het museum Dublina dat ook erg geschikt was voor kinderen. Dublina laat Dublin zien in de tijd van de Vikkingen en de middeleeuwen. Er is ontzettend veel informatie te vinden over de geschiedenis van Dublin wat het een zeer interessant museum maakt. Via de brug die van Dublina naar Christchurch Cathedral loopt zijn we uit het museum gekomen. Het museum staat overigens in het oude middeleeuwse hart van Dublin. Via een rondje Temple bar in het uitgaansgebied zijn we terecht gekomen bij Dublin Castle en de City hall. Omdat het al erg laat in de middag was, zijn we niet meer het kasteel in gegaan. Daarnaast hebben we de afgelopen jaren zoveel kasteeltjes gezien dat we deze niet per definitie op onze ‘lijst’ hoefde te zetten. Nadat wat foto’s genomen te hebben van Dublin Castle zijn we weer op de bus gestapt. Deze reed langs de fabrieken van Guiness (het beroemde Ierse bier) en Jameson (Ierse whiskey). Vanaf daar hebben we koers gezet richting een zeer beroemd kerkhof, de Glasnevin cemetery. Dit is echt een prachtig kerkhof waar ik graag een kijkje had willen nemen. Het is echt een enorm groot kerkhof waar vele beroemde Ieren begraven liggen en het schijnt prachtig onderhouden te zijn. Nu heb ik normaal niet zo heel veel met kerkhoven op. Toch trok het mij op de een of de andere manier aan door zijn imposante grafstenen en de prachtige omgeving. Helaas zaten wij in de laatste bus die terug ging naar de stad vanaf het kerkhof, anders waren we zeker uitgestapt. Aan het leven en alles in het leven komt een einde, zo was ook onze vakantie in Ierland aan een einde gekomen. Dublin was onze laatste halte van de vakantie. Helaas was de tijd die we in het land waren veel te kort. Ik wil zeker nog eens Dublin bezoeken en een bezoekje brengen aan de The Guiness fabriek. Ik drink dan weliswaar geen bier, maar ik vind toch als je Dublin bezoekt dat je daar geweest moet zijn. Nog een stad om op mijn wederom to do lijstje toe te voegen.





























Amazing Ireland
(English version)
This time I will share a blog about our holiday in the Republic of Ireland from a few years ago. In the spring of 2018, we travelled for two weeks through this wonderful country. The trip made a deep impression to us. With this last visit during our first tour as expats in England, we covered all corners of the island called United Kingdom and Republic of Ireland. The Republic of Ireland is not to compare with England as country. The towns, cities, landscapes, and culture are very different. The countryside looks very similar to the countryside in Scotland. Ireland is a country of its own and there is not that much left of the English who ruled the country for almost 900 years. During the British rule, English was the main language in the Republic of Ireland. Nowadays there are not many people who speak the Irish language Gaeilge (the language is over the 3000 years old!). The Dingle peninsula and South Kerry are the only places left where the people still speak Gaeilge. Because not many Irish people speak Gaeilge, the government decided a couple of years ago to introduce bi-lingual education. Currently all the schools teach English and Gaeilge, so that all the Irish people can learn and transfer the language to the new generations. The next paragraphs are a summary of the trip that I made with my family through the amazing Republic of Ireland.
The first day of our trip to the Republic of Ireland we travelled from our village to Fishguard (Wales), where we boarded the boat. It was really nice after a 4-hour drive to park the car and relaxing while the boat set sail to the other side of the sea. The boat trip took about 3.5 hours and was very doable for our son, who was four years old at that time. The boat had a lot of entertainment for young children with a complete animation team who were doing arts and crafts with the children. During the boat trip we haven’t seen our youngest until we arrived at our destination. We arrived in Wexford and from there we drove straight to our Bed and Breakfast for the night. The Bed and Breakfast was very clean, organised and runed by a lovely couple. After a delicious Easter breakfast, we left for Kenmare in the county of Kerry. From Wexford it was a very long drive. When we arrived in Kenmare we got the keys for our holiday home at a local pub in the village. The holiday home turned out to be a family home in a regular street with a mix of permanent residents and tourists. The home was perfect for a family with all the necessary equipment. There was one funny thing on the holiday house though. Houses in the Republic of Ireland are fuelled by oil. In the garden on the side of the house was a big oil barrel and every week a truck came by to fill the barrel with oil. Later we discovered that not all the houses have this oil construction. But to us it was an experience we had never seen before. Kenmare is a stunning little village that is situated on the “Wild Atlantic Way”. Next to the village there is Killarney National Park, The Bonare Heritage Park and there is also “The Ring of Kerry” situated along this village.
The highlight of the holiday for my husband and daughter was a visit via the Ring of Kerry to Portmagee. Here we have visited on Valentina Island, The Skellig Experience Visitor Centre. This was an exhibit about the island of Skellig. A name that rings a bell for Star Wars fans. The islands (they looked more like a group of rocks to me) of Skellig are on the UNESCO heritage list. For centuries monks lived on these rocks under very primitive and very heavy circumstances. These monks have built a monastery with only their hands as tools under very difficult and dangerous circumstances. The monks were convinced that living on the rock, brought them closer to Godand the heavens. The rock meant to them the way to God. They left everything on the mainland behind to spend their lives on the rock in devotion of prayers and God. Many times, Skellig was attacked by the Normans. This brought a lot of misery to the island. During one of these raids, the Normans destroyed all the monks their boats, so that they could not go fishing. It was impossible for the monks to get off the island and all of them died from starvation. Despite the raids from the Normans, the monastery was occupied for centuries. Around 1200 a move to the mainland was unavoidable and the monks moved from the rocks. Skellig is about 11 kilometres from the coast of Valentina Island and is only accessible in the summer. It is part of a group of three islands. On one of the three islands there is a colony of puffins and seagulls. Skellig became very famous a few years ago when the fil Last Jedi from Star Wars was recorded on the island. Skellig became in this film the place where Luke Skywalker lived. When we were on a holiday in Ireland, we were so close to Skellig that we had to visit this impressive place. The only way to get to the island is by boat on the Atlantic Ocean. We were very lucky the day that we went on the boat trip with the weather. The days before the organisation had to cancel the boat trips because of the wild sea and the bad weather. Our boat trip was the first trip of the season the company made to Skellig. Unfortunately, we were there in early spring, so we had not a possibility to enter the island. Nevertheless, the trip made a deep impression on me and my family members. Skellig, is not accessible for everyone. Children are only allowed on the island from the age of eleven. For people who are suffering from health or mobility problems a visit to the island is not recommendable. The stairs to the top are very steep and slippery. Visiting the island is not without risks. Another thing I cannot recommend to people who are prone to motion sickness, please do take a pill before you go on board of the boat. The Atlantic Ocean can even in the summer be a very wild sea. But the true Star Wars fans or historians amongst us don’t let themselves put on by this I think.
On a rainy Sunday we left Kenmare behind and went to our new stay in Galway. During the three hour drive we made a stop at the Cliffs of Moher. These cliffs belong to the highest cliff coasts in Europe and contain only chalk stone. The highest point of the cliffs is at 214 metres. The cliffs are a big tourist attraction for many centuries and in 1835 Cornelius O’Brien put up a watchtower for the public. From this tower it is possible to have a view to the Aran Islands, Bay of Galway, and the Twelve Bens. The cliffs are one of the biggest landmarks in Ireland and very impressive. When we visited the Cliffs of Moher the weather conditions were not too good, so the views from the cliffs was very limited. Despite the misty weather circumstances, we enjoyed this remarkable landmark. From the Cliffs of Moher, we drove to Galway. When we arrived in Galway the sun started to shine. From the apartment, that looked out over the sea, we had a glorious view that night while a red sun was disappearing in the sea.
The day after we arrived, we have spent our time in town of Galway. Before we went into the centre of the town, we spend some time at a playground near the apartment. Our youngest was a bit bored by the long car journey from the day before and we thought it best to let him play for a while. Next to the playground there was a small tourist kind of train, called the hop on, hop off train. With this train we went to the town centre because our apartment was too far for a walk with a little one. Galway is a university town and thanks its name to the river Corrib. Around 1124 there was a fortress built along the banks of the river Corrib by King Richard Mor de Burgh. For almost a century his descendants would rule over Galway. After the fall of this royal family the people pf Galway pursued independence. In 1396 Galway gained independency from the English and in 1484 it got city rights. In the time after Galway flourished and was trading with France and Spain. Unfortunately, times changed and, in the 18th, and 19th century Galway fell into decline. What was not helpful with the decline of Galway, was the big famine in the 19th century. Galway was the most affected town in Ireland during the famine. It was not until the 20th century before Galway restored to its former glory. Since the 20th century the town, that is situated on the beach and has a university, became very popular by American, Canadian, and Irish tourists. Because there are many tourist accommodations in the area around the town, Galway is a perfect spot for a holiday. The town has many (historic) landmarks like a Spanish Arch (left over from a city wall) Galway Cathedral, City Museum and Salthil on the bay of Galway.




































